Kinderen en jongeren hebben het recht om hun mening te geven over zaken die hen aanbelangen, en dat die mening in overweging wordt genomen. Dat kan gaan om inspraak in hun individuele studiekeuze en schooltraject, maar ook in het schoolbeleid of de onderwijsdoelen. 

“Het is belangrijk om scholen te overtuigen van het voordeel van participatie.” (Caroline Vrijens, Kinderrechtencommissaris) 

Hoewel participatie op school wettelijk verplicht is, is dit niet altijd vanzelfsprekend. Nochtans hebben alle betrokken actoren er baat bij om het schoolbeleid op een participatieve manier vorm te geven.

“Je moet leerlingen meenemen in het beleid en samen de school maken om gedragenheid te creëren voor initiatieven die op school genomen worden.” (Michiel De Baere, KIYO)

“Onderzoek toont aan dat participatie werkt. Het verhoogt motivatie bij leerlingen, het welzijn, de betrokkenheid. Een schoolbeleid over eender welk thema, als het samen met leerlingen en ouders tot stand komt, is meer gedragen, efficiënter en kwalitatiever.” (Mauro Michielsen, voorzitter Vlaamse Scholierenkoepel) 

Ook wat het mentaal welzijn op school betreft, is het belangrijk om naar de stem van kinderen en jongeren te luisteren. UNICEF België beveelt dan ook aan om leerlingen zelf aan het woord te laten over hoe zij zich beter kunnen voelen op school. 

“Als ik iets zou kunnen veranderen, zou het zijn dat er naar elke jongere wordt geluisterd en dat elke jongere zijn of haar verhaal serieus wordt genomen.” (jongere, anoniem) 

TZitemzo pleit ervoor om het participatieprincipe sterker te verankeren in de onderwijsdecreten. Bijvoorbeeld de bepalingen rond leerlingenraden in de onderwijsdecreten zijn momenteel weinig daadkrachtig: de raden krijgen nu enkel een adviesbevoegdheid. Om participatie echt een betekenis te geven zouden ze ook een beslissingsbevoegdheid moeten krijgen.

“Voor ons begint het erkennen van bekwaamheid bij het erkennen van het recht op participatie en inspraak en eindigt het bij het voorzien van een instemmingsrecht. We bedoelen daarmee dat het belangrijk is om kinderen en jongeren zeggenschap te geven over hun eigen leven en die zelfstandigheid te erkennen op een soort continuüm waar alsmaar verregaandere rechten aan kunnen worden gekoppeld.”  (Elise Blondeel, tZitemzo)

De instemming van leerlingen in hun eigen studiekeuze is niet wettelijk verankerd. Ouders hebben daarover de beslissingsbevoegdheid, waardoor jongeren kunnen worden ingeschreven in een richting die zij zelf helemaal niet willen volgen. TZitemzo pleit daarom voor een gezamenlijke inschrijving waarbij minderjarige, oudere, wilsbekwame leerlingen in het secundair onderwijs hun instemming moeten geven voor inschrijving in een studierichting. In andere sectoren, zoals de integrale jeugdhulp en de gezondheidszorg, hebben bekwame minderjarigen immers al een instemmingsrecht. 

“Ik moest mijn ouders echt wel overtuigen wat ik graag zou willen doen. En dat vind ik wel heel jammer, dat je dat als jongere duidelijk moet maken, je moet verantwoorden wat je in de toekomst wil. Terwijl het gaat over je eigen leven.” (Batu, 16 jaar)