Ook dit is mantelzorg door jongeren

Mantelzorgers zorgen voor iemand in hun omgeving. Dat kan familie zijn zoals een ouder, een kind, een broer of een zus. Maar het kan ook gaan om een buurvrouw of een vriend. Een mantelzorger heeft een persoonlijke band met diegene voor wie hij of zij zorgt en vervangt of vult de professionele hulp aan.

Niet alleen volwassenen zorgen voor hun omgeving, ook kinderen doen meer dan je denkt. In Vlaanderen zijn er naar schatting 40.000 jonge mantelzorgers, maar niemand weet precies wat ze doen en wat ze nodig hebben. De Kinderrechtencoalitie gaat dit jaar op zoek naar die jonge mantelzorgers en komt daarbij heel wat mooie verhalen tegen.

Lees hier het verhaal van de 13-jarige Kes Bakker die er samen met haar vriendinnen voor zorgde dat het sociaal leven van Mirthe na een zwaar ongeval op reis zo gewoon mogelijk bleef bestaan.

“Ik was bij papa toen mama belde dat Mirthe een accident had gehad. Ik heb toen niet gehuild ofzo, omdat het nog niet duidelijk was hoe ernstig het was. Ik heb wel meteen een berichtje in de klas-chat gezet. Achteraf gezien was dat misschien niet zo handig, want iedereen begon meteen aan mij te vragen wat er was gebeurd terwijl ik het eigenlijk zelf niet wist. Ik kreeg wel nieuws via mama, maar de dokters wisten toen zelf helemaal nog niet hoe het verder ging gaan.

Heel de klas was er toen wel echt hard mee bezig, dat was toen echt wel choquerend. We hebben toen met z’n allen kaartjes geschreven die dan meegegeven werden naar Namibië. We hebben ook een reeks filmpjes gemaakt met een pluchen konijn dat in elke aflevering ergens anders naartoe ging en het idee was dat dat konijn eigenlijk zijn geheugen kwijt was en dringend naar Mirthe moest gebracht worden omdat zij hem dan alles weer kon vertellen. Nu, dat konijn was natuurlijk veel te groot om naar daar gebracht te worden, dus uiteindelijk heeft ze dat konijn pas gekregen toen ze terug in België was. De filmpjes die we hadden gemaakt heeft ze wel gezien, dat vond ze wel leuk.

Toen Mirthe terug in België was, had haar mama gezegd dat ik haar wel eens kon gaan bezoeken, maar ik mocht dat aan niemand vertellen want eigenlijk mocht die helemaal nog geen bezoek krijgen. Het was toen ook nog niet zeker of ze nog ging kunnen lopen. Ze was wakker en bij bewustzijn en ze voelde haar handen en haar armen al wel, maar haar benen nog niet. Ik ben toen een paar keer op bezoek geweest samen met mama toen Mirthe nog niet kon praten en eigenlijk maar half bij bewustzijn was. Die herinnert zich daar ook niets meer van, van die bezoeken in het begin. Ze was echt heel bleek, haar gezicht was redelijk beschadigd en haar haar was super vettig want die had zich natuurlijk niet kunnen wassen. Op haar borst plakte zo’n grote sticker, want daar hadden ze vlak voor ik kwam nog de buis uit gehaald die haar beademde. Ze kon wel een uur zonder, maar dat zag er wel akelig uit. Mama was toen bijna flauwgevallen. Ik was zo wel efkes draaierig, maar ik kon daar eigenlijk nog goed tegen.

Ik vond dat toen wel vervelend tegenover de anderen, want iedereen wou Mirthe heel graag bezoeken, en ik was dus al een paar keer geweest maar mocht dat niet zeggen. Toen was er dan ook een papa van een andere vriendin die wél afkwam met ‘hey, jullie kunnen Mirthe gaan bezoeken!’, omdat die dat verkeerd begrepen had. Dus ja, alle vriendinnen waren toen bezig over Mirthe en hoe het was met haar, want dat was wel echt een beetje het topic die maanden en toen ze dus dachten dat ze op bezoek mochten, heb ik uiteindelijk moeten zeggen dat ik wél al op bezoek was geweest, maar dat het dus nog helemaal niet de bedoeling was dat er veel volk kwam. Toen waren ze wel een beetje… niet boos maar wel wat teleurgesteld, dat ik daar al was geweest en dat niet had gezegd. Ik vond dat toen wel echt moeilijk en ik heb dan wel wat berichtjes gestuurd naar de rest, dat ik dat niet mocht zeggen enzo.

Maar dus, toen ging plots echt ie-de-reen op bezoek, want dat hadden ze dan toch maar toegelaten. Ook dat was een beetje ambetant, want ik wou toen zelf wel nog af en toe op bezoek gaan, maar het was altijd zo druk dat dat bijna niet meer lukte, want je mocht niet met meer dan één persoon gaan.

Nu, ik zag haar wel nog vaak hoor, en ik bracht altijd een klein kadootje mee. Ik had bijvoorbeeld een pinguïnknuffel gekocht, omdat Mirthe zot is van pinguïns, en die een rood dasje aan gedaan, wat er wel grappig uit zag. Dus ja, ik nam altijd een cadeautje mee en andere mensen ook, maar op een gegeven moment stond die kamer eigenlijk gewoon vol cadeautjes. Waar ik niet had bij stilgestaan is dat Mirthe zich daar soms ongemakkelijk bij voelde, want die kreeg van iedereen vanalles en ze kon nooit iets teruggeven. Voor oudejaar had ze me dan een afteldoos gemaakt met kadootjes in, dat vond ik wel tof.

Op dat moment, toen ze nog op intensieve lag, wist niemand echt wat die daar aan zou overhouden. Op het einde van de tijd op intensieve voelde ze gelukkig al wel haar benen weer, dus toen wisten we dat ze niet verlamd ging blijven. Maar ze wisten bijvoorbeeld niet of ze terug zelfstandig ging kunnen eten en ze kon toen ook nog niet goed praten. Ze kon alleen heel zachtjes fluisteren, het was pas de vierde of vijfde keer dat ik daar was dat ze héél zachtjes mijn naam kon zeggen en dan nog alleen als ik mijn oor tegen haar mond hield. Een tijd later kon ze wel vertellen wat ze wou met zo’n bord waar je moet naar kijken. Gelukkig heeft dat maar een paar weken geduurd. Ik wist in het begin ook niet zo goed hoe ik daar mee moest omgaan, want soms wat ze gewoon te moe om te praten en zat ik daar maar wat, af en toe iets te zeggen terwijl die niet echt iets terug zei.

Na de intensieve mocht ze naar de kinderafdeling, dat heeft zo’n zes maand geduurd. Tijdens die periode hadden we wel veel contact. Ze had een grote kamer, dus keiveel bezoek, scoutsvriendinnen, schoolvriendinnen van Don Bosco, van haar oude school, familie, … Ik had eerst afgesproken om elke woensdag te gaan en te blijven eten, maar dan bleek dat ik daar niet kon blijven eten en dat heel veel andere mensen ook op woensdag wilden gaan. Dus dan heb ik maar geprobeerd om elke week te gaan, wat wel lukte.

Wat wel tof was, is dat Mirthe toen voor alle vriendinnen zo de mini-versie van dat pluchen konijn dat wij voor haar hadden gekocht, had gehaald. Dat was dan wel eens iets dat zij kon terugdoen. Ik had daar zo niet bij stilgestaan dat zij altijd maar kreeg en kreeg, maar dat het voor haar niet zo makkelijk was om iets terug te doen.

We babbelden veel, ook over wat ze nog ging kunnen doen later, maar zeker niet altijd. Iedereen vroeg ook altijd aan mij hoe het met haar ging. Ik hoorde wel eens iets van mama of van Leen, maar ik wist niet alles en de dokters wisten het zelf niet eens. Of ze zeiden het wel tegen de ouders, maar niet tegen ons. Eigenlijk was haar toestand gewoon één van de onderwerpen, maar zeker niet het hoofdonderwerp. We hadden het veel over school, over wanneer ze terug ging gaan of over iets dat bij mij op school was gebeurd of in de krant, gewoon de normale dingen. Mirthe vertelde mij dan wel hoe het was geweest met de operaties enzo en ik ben één keer zelfs mee mogen gaan naar zo’n stralingsfoto. Ik mocht toen zo tussen die dokters staan en meekijken naar de binnenkant van haar maag enzo.

Wat ik wel wat raar vond, is dat al die dokters mij hadden benoemd tot ‘de beste vriendin van Mirthe’. Die hadden dat precies beslist voor zichzelf, terwijl wij zijn gewoon allemaal vriendinnen, de één is niet beter dan de andere, wij zien elkaar eigenlijk gewoon allemaal even veel. Voor de andere vriendinnen was dat ook niet altijd zo tof als je daar dan staat, al die dokters kenden mijn naam en waren dan zo van ‘ah ja, de beste vriendin van Mirthe’, terwijl er een andere vriendin bij stond!

Uiteindelijk is ze iets meer dan een schooljaar uit geweest, maar ze is wel gewoon overgegaan naar het derde middelbaar. Ze had op het einde van het tweede middelbaar al een paar uur les per week, en dan dit schooljaar is ze dan met halve dagen gestart. Ze had thuis wel wat les gehad, vooral de vakken waar je op moet verder bouwen, zoals wiskunde en Frans en Engels enzo. Nu, die is ook gewoon super slim, dus voor dat wiskunde examen dat ze thuis had gemaakt had ze wel 98% of zo. Ze miste school wel, maar vooral om gewoon terug in de klas te zitten, bij je vrienden te zijn, gewoon weer een normaal ritme eigenlijk.

Een tof moment was de eindshow van haar revalidatie. Toen mochten wij de dinsdagnamiddag al weg uit school voor haar dolfijnenshow. Dat was echt tof want al die kindjes, waarvan Mirthe de oudste was, hadden een eigen dolfijn, waarmee ze bewegingen hadden geoefend. Dus de kindjes stonden op het podium in het dolfinarium en die dolfijnen deden vanalles op hun armbewegingen. En bij Mirthe was het tweede kindje er niet omdat die ziek was dus Mirthe had twee dolfijnen! En omdat ze die armbewegingen ook wel goed uit haar hoofd kende, deden die dolfijnen wel spectaculaire dingen, salto’s enzo.

Ook tof is dat we nu een voorrangskaart hebben voor pretparken. Mirthe kan wel een uur staan en stappen, maar echt geen hele dag, dus dan kunnen we met de rolstoel en mogen we alle rijen voorbij. En voor optredens krijgt ze dan zitkaarten enzo.

Weet je, eigenlijk is er echt wel veel gebeurd en veranderd, maar ik heb niet het gevoel …Allé, het is niet dat we dat negeren, maar wij proberen eigenlijk vooral niet overdreven voorzichtig te doen, want dat lijkt me écht vervelend. Wij zijn daar eigenlijk niet zo hard mee bezig, we doen zo normaal mogelijk. Onze ouders bijvoorbeeld zijn daar keihard mee bezig, bijvoorbeeld als wij eens afspreken zonder Mirthe, wat vroeger óók wel eens gebeurde, komen die meteen af met ‘oh maar zou je dan Mirthe niet uitnodigen?’. Terwijl wij daar eigenlijk veel normaler mee omgaan.

Wij gaan bijvoorbeeld elk jaar op weekend met een hoop gezinnen,en Mirthe ging dat apart moeten slapen in een aparte kamer omdat dat dichter bij het toilet was en omdat er een stopcontact was voor haar machientjes. Ik ging eerst alleen bij haar slapen, maar de rest van de kinderen vonden dat dan niet tof dus dan hebben we ons gewoon allemaal op dezelfde kamer gelegd met Mirthe dicht bij de deur. We hebben dan samen een hele constructie gemaakt met dekens onder de trap in de kamer er naast zodat ze op haar gemak naar toilet kon. En ze lag ook bij het stopcontact, want die bakskes konden afgaan als er iets mis was. Dus we lagen allemaal in dezelfde kamer en we hadden afgesproken dat wie dichtst bij de deur lag één van onze ouders ging halen. Dat was dan wel nog grappig, want die werd daar maar half wakker van en wij allemaal wel dus moesten wij allemaal roepen naar die ene.

Dus ja, wij doen eigenlijk gewoon normaal, zodat niet alle aandacht gaat naar wat ze niet kan. Zo veel is er eigenlijk niet veranderd. Ze is wat rustiger en voorzichtiger geworden natuurlijk, maar eigenlijk is het gewoon dezelfde Mirthe met dezelfde grapjes.”