Dit zijn echte verhalen, van echte kinderen in echte situaties. Hier, in België. Twaalf verhalen, amper een fractie van de duizenden verhalen die eigenlijk verteld zouden moeten worden. Maar we moeten érgens beginnen.
Dit is Amelie.
Amelie wordt vandaag zes.
Dat betekent feest. Oma is er, en ook nonkel Bert en zijn vriendin. Ze hebben nog vlug even de woonkamer versierd met een slinger, en een vrolijke ballon aan de stoel van Amelie gehangen.
Mama komt uit de keuken met een nieuw geopende fles witte wijn. Want er valt iets te vieren, roept ze vrolijk!
Nonkel Bert neemt de fles over, want mama heeft niet zo’n vaste hand. Opa vraagt of hij niet beter wat koffie, thee of bruiswater moet voorzien.
De aanwezigen zingen voor Amelie, en tellen voor haar af om de kaarsjes uit te blazen.
Maar Amelie is er niet bij. Afwezig met haar gedachten. Ze denkt aan straks, wanneer de gasten terug naar huis zijn en Amelie alleen thuis is met mama, en haar onvoorspelbare gedrag wanneer ze weer gedronken heeft.
Dit is Dylan.
Dylan poseert voor de klasfoto.
“Komaan Dylan, glimlachen!”
Dylan probeert, maar het lukt hem niet. Dat komt hem misschien nog goed uit, bedenkt hij zich plots.
Deze ochtend zocht hij zijn properste kleren uit, hij deed er wel een half uur over om zijn blonde krullen helemaal in de plooi te krijgen. Ontbijt was er niet vandaag, hij had het moeten stellen met de laatste kruimels uit het pak ontbijtgranen. Einde van de maand, verontschuldigde papa zich. Het is 20 november.
Misschien moest hij maar helemaal geen moeite doen om te glimlachen, dan is het dit jaar niet zo moeilijk uit te leggen aan de rest van de klas waarom Dylan opnieuw als enige de klasfoto niet aankoopt.
Dit is Samira.
Samira wacht op de bus.
De bus naar de middelbare school, die ze al 3 jaar elke dag neemt.
Maar vorige week was anders.
Waarom zei ze niets? Waarom liet ze het gebeuren? Waarom zag niemand iets?
Het was haar eigen schuld. Toch? Die rok wàs kort. Of was het de bloes? Dat kan ook. Ze heeft het zelf uitgelokt. Of misschien niet uitgelokt, maar alleszins ook niet afgeblokt. Bevroren door de plotse aanrakingen, compleet overmand door verlegenheid, schrik. En schaamte.
Laat het vallen Samira. Verman je. Gewoon niet meer aan denken.
En hopen dat hij ook vandaag niet op de bus zit.
Ward, 6 jaar.
Ward zit in het eerste leerjaar en blijft voor de eerst op school tijdens de middagpauze. Samen met alle andere kinderen eet hij zijn boterhammetjes op in de refter. Tussen de grote kinderen!
Wanneer hij de brooddoos opent, dezelfde waarmee ook zijn vier oudere broers de lagere school door liepen, ziet Ward groene schimmel op het brood. Snel doet Ward alsof hij iets in zijn mond steekt, en terwijl hij kauwbewegingen maakt gaat de broodtrommel terug dicht en verdwijnt onder tafel.
Oef, niemand iets gezien.
Amy, 14 jaar.
Amy houdt van voetbal. Ze zit niet in een club ofzo, maar ze gaat wel elk vrij moment naar het pleintje wat verderop om haar traptechniek te verbeteren.
Die vrije momenten zijn er niet zo veel. De mama van Amy is ziek, en omdat ze alleenstaand is en weinig familie heeft om op terug te vallen, neemt Amy het merendeel van de huishoudelijke taken op zich.
Amy staat op het pleintje. Ze heeft nood aan ontspanning, maar het lukt niet zo goed. Ze denkt aan wat ze straks moet klaarmaken om te eten vanavond en of er nog wel genoeg brood in huis is voor haar mama en haar 2 kleine broertjes.
Kim, 12 jaar.
Kim ligt in bed, diep weggestopt onder de dekens. Ze wrijft over haar pijnlijke wang.
Toen ze na het eten de vaat naar de keuken droeg, liet ze per ongeluk een bord uit haar handen glijden. Papa was razend. Nu heeft ze een blauwe plek, alweer. Juf Ilse vroeg vorige week al waarom haar knie zo pijn deed. Morgen zal Kim al lachend vertellen dat ze tegen de kast is gelopen, dat gelooft ze vast wel.
Kim zou juf Ilse ook de waarheid kunnen vertellen. Maar dan wordt papa vast nog bozer..
Milan, 5 jaar.
Milan zit in de derde kleuterklas, hij heeft veel vriendjes en speelt het allerliefste voetbal op de speelplaats.
Vandaag zit hij alleen op het bankje tegen de muur, hij kijkt naar de andere kinderen die joelend door elkaar lopen. Een jongen van het vierde leerjaar riep dat hij niet mee mocht spelen, en dat hij terug naar Afrika moest gaan. Hij weet niet goed wat dat betekent, hij heeft toch altijd hier in het dorp gewoond?
Vanavond zal hij het eens aan mama vragen, die weet vast wel raad.
Mika, 9 jaar.
Mika is een echt meisje-meisje. Ze houdt van roze en speelt dolgraag met haar poppen.
Wanneer ze mama en papa beneden hoort ruziën, draait ze de volumeknop van haar cd-speler een klein beetje naar omhoog. Mika klemt haar favoriete poppen stevig vast en speelt haar lievelingsspelletje. Mama, papa en hun kindje naar de speeltuin.
Net als haar eigen gezinnetje, maar dan zonder ruzie.
Marco, 15 jaar.
Het is woensdagnamiddag en de hele vriendengroep gaat samen pizza eten, maar Marco niet.
Zoals elke woensdag neemt Marco na school de trein naar Gent, en daarna nog een tram. Bijna twee uur later staat hij voor de poort van de gevangenis, net op tijd voor het bezoekuur. Dat doet hij intussen al bijna drie jaar.
Marco trekt zijn hoodie nog wat verder over zijn hoofd, je weet maar nooit dat hij iemand tegenkomt die hij kent.
Tine, 13 jaar.
Tine gaat graag naar school, al vindt ze niet alle lessen even makkelijk. Vooral wiskunde vindt ze best lastig, in de klas heeft ze soms wel honderd extra vragen.
Sinds drie weken mag Tine niet meer naar school, stomme corona. Ze heeft wel les, maar die gaat via de computer. Ze deelt de trage computer met haar oudere broer en jongere zus. Soms wordt het scherm plots helemaal zwart, dan kan ze de les niet meer volgen. Tine doet extra hard haar best om haar taken te maken. Ze heeft wel honderd vragen, maar niemand om ze aan te stellen.
Tobias, 12 jaar.
Tobias heeft autisme, maar vooral is hij een heel toffe, blije knul.
Tobias zat tot vorig jaar op een aangepaste school, hij had veel vriendjes en altijd goede punten op zijn rapport. Sinds september gaat hij naar de middelbare school. Omdat er geen plaats was op de Type 9-school in de buurt kwam hij op de wachtlijst terecht. Sinds Tobias op de middelbare school in het dorp zit heeft hij het moeilijk.
Hij mist zijn vriendjes van de andere school. Hij voelt zich anders, en alleen.
Fanny, 17 jaar.
Fanny houdt ervan om met haar vrienden rond te hangen op het pleintje in de buurt. En basketten, uren aan een stuk.
Vandaag kan ze zich echter niet concentreren. Zou ze nog een nacht bij haar vriendin Siska mogen crashen op de zetel? Anders weet ze niet goed waar naartoe, bij de ouders van Michael is ze na de laatste keer vast niet meer welkom. En het wordt al best koud ‘s nachts.
Shit, de bal vliegt in volle vaart rakelings langs haar gezicht. Nu staan ze ook nog een punt achter.